Als Je Werk Niet Alleen Iets Is Wat Je Doet, Maar Wie Je BENT


In mijn leven ben ik veel mensen tegengekomen die hun werk niet alleen zien als iets wat ze doen, maar als iets wat ze zijn. Hun beroep is een verlengstuk van hun identiteit. Ze identificeren zich met dingen zoals hun baan, hun prestaties en hun succes.

En ik snap het, want werk kan zoveel meer zijn dan alleen een manier om geld te verdienen. Het geeft iemand structuur, doelen en soms zelfs een gevoel van eigenwaarde.

Maar ik zie deze identificatie ook als een valkuil. Of misschien nog beter gezegd, als een bron van lijden (die vaak onopgemerkt blijft). De oorzaak hiervan ligt in een diep verlangen naar erkenning en bevestiging.

Vanaf jonge leeftijd worden we geconditioneerd om onszelf te bewijzen tegenover anderen. Denk aan goed presteren op school, hoge cijfers halen en het nastreven van een zogenaamd succesvolle carrière. In deze maatschappij is succes simpelweg gekoppeld aan eigenwaarde. En zo nestelt de overtuiging zich al vroeg dat we alleen waardevol zijn als we iets bereiken.

"Pas dan doen we ertoe."

In dat geval wordt ons werk niet alleen een middel om in ons levensonderhoud te voorzien, maar ook een manier om ons bestaansrecht te legitimeren.

Klinkt behoorlijk absurd, toch? Waarom is het niet gewoon goed zoals het is? Dit doet me denken aan verslaving. Wanneer iemand bepaalde middelen (mis)bruikt om een moment te ervaren dat als beter wordt gezien dan het nu.

Over verslaving gesproken, succes en erkenning werken eigenlijk hetzelfde. Wanneer mensen een promotie krijgen, een goedbetaalde klant binnenhalen of door collega’s worden geprezen, geeft dat een kortstondige kick. Even voelen ze zich waardevol, geliefd en misschien zelfs onoverwinnelijk. Maar zoals bij elke verslaving, ebt het effect weg en hebben we steeds meer nodig om hetzelfde gevoel opnieuw te ervaren.

Wat er dan gebeurt, is dat we 'moeten' jagen op nieuwe prestaties, meer uren maken en steeds meer verantwoordelijkheid op ons nemen. En ja, dat kan een tijdje goed gaan, totdat je uiteindelijk vastloopt in stress, een burn-out, of een diep gevoel van leegte als je simpelweg niet het gewenste resultaat behaalt.

Om je een beeld te geven: stel je voor dat iemand steeds hogere doses cafeïne nodig heeft om wakker te blijven. In het begin werkt een kopje koffie prima, maar na verloop van tijd wordt dat de standaard en is een dubbele espresso nodig voor hetzelfde effect. Op een bepaald moment raakt het lichaam overbelast en treedt vermoeidheid alsnog in. Hetzelfde geldt voor werk en succes: hoe meer we ons eraan hechten, hoe groter de tol die het eist van ons welzijn.

En met die hechting eraan, ontstaat de identificatie ermee.

Een van de grootste angsten die hieraan ten grondslag ligt, is de angst voor zinloosheid. Want wie ben je als je niet meer werkt? Als je niet meer 'succesvol' bent? Als er niemand meer is die je nodig heeft?

Stel je voor dat je jarenlang een indrukwekkend kasteel hebt opgebouwd, steen voor steen, en je identiteit volledig verstrengeld is met die constructie. Dan stort het op een dag in – een ontslag, een mislukt project, een carrièreswitch – en ineens voelt het alsof er niets meer van jou overblijft. Maar was jij ooit echt dat kasteel? Of was het slechts een bouwwerk dat je optrok uit angst om kwetsbaar te zijn zonder muren?

Mensen duwen deze existentiële angst weg door zich te verliezen in taken, deadlines en doelen. Ze vullen elk vrij moment met activiteit omdat stilte veel te confronterend is. Maar juist in die stilte ligt de waarheid: jouw werkelijke waarde ligt niet in wat je doet, maar in wie je bent, los van prestaties of erkenning.

Om dit zelf te zien, let eens goed op mensen die zich sterk met hun werk identificeren (of op jezelf, als je dit herkent) – mensen in deze staat kunnen nauwelijks ontspannen. Vakanties voelen leeg zonder to-dolijsten, en op vrije avonden voelen ze zich nutteloos. Sommigen ervaren zelfs een identiteitscrisis als ze hun baan verliezen of met pensioen gaan.

Ik heb in mijn leven mensen gekend die hun hele leven workaholics zijn geweest en hun eigenwaarde haalden uit hun carrière. Op een dag is het tijd om met pensioen te gaan, en binnen een paar maanden vallen ze in een diep gat. Ze hadden nooit geleerd zichzelf los van hun werk te waarderen, en zonder werk voelden ze zich irrelevant. Dit is precies waar identificatie gevaarlijk wordt: het maakt ons afhankelijk van iets buiten onszelf, iets wat altijd kan verdwijnen.

Maar je weet niet wat je niet weet, dus als je dit leest en jezelf hierin herkent (of iemand kent die dit zou moeten lezen), dan is de eerste stap om jezelf te bevrijden van deze identificatie met je werk: observeren.

Zie hoe je jezelf gevangen houdt in de illusie dat je werk jou definieert. Zie hoe je onbewust je eigenwaarde laat afhangen van iets buiten jezelf. Dit inzicht alleen al kan je een diep gevoel van bevrijding geven...

Daarna kun je gaan oefenen met loslaten. Minder streven, meer aanwezig zijn. Minder controle, meer vertrouwen. Een manier om dit te trainen is door bewust momenten van rust te nemen en simpelweg alle gevoelens die in je opkomen te observeren.

Wat gebeurt er als je een dag lang niets 'productiefs' doet? Voel je je onrustig, misschien zelfs schuldig?

Precies daar zit de hechting.

Het helpt ook om je te realiseren dat je waardevol bent, ongeacht wat je doet. Neem een boom als voorbeeld: die hoeft niet hard te werken om een boom te zijn. Hij groeit, verandert en verliest bladeren, zonder ooit zijn bestaansrecht te hoeven bewijzen. Dit klinkt misschien gek, maar ook jij kunt leren erop te vertrouwen dat je goed bent zoals je bent, los van prestaties.

Door je identiteit niet langer te laten afhangen van werk of succes, ontstaat er ruimte voor iets veel mooiers: een natuurlijke, moeiteloze staat van zijn waarin je niet hoeft te bewijzen dat je waardevol bent, omdat je dat al bent – simpelweg door te bestaan...



Als je mijn werk waardeert en me een kopje koffie wil kopen om me te steunen, dan kan dat via deze link