Het Peerspectief

“Ik voel me zo DOOR JOU!”

Nee hoor. Dit is waarom.

5-3-2025

“Ik voel me zo DOOR JOU!”
Foto door Danie Franco op Unsplash

Je kent het vast wel. Je hebt een discussie (of zelfs een ruzie) met je partner en je krijgt iets naar je hoofd als:

“Jij maakt me zo verdrietig!”
“Door jou voel ik me altijd zo onzeker!”
“Wat jij doet, zorgt ervoor dat ik me niet gewaardeerd voel!”

Klinkt dat bekend?

Misschien doe jij dit (of deed je het) zelf. Misschien is het je partner die dit doet (of deed). Maar waar komt dit vandaan?

In relaties hebben we geleerd dat onze gevoelens worden veroorzaakt door de ander.

  • Als onze partner lief is, voelen we ons gelukkig.
  • Als die afstandelijk is, voelen we ons onzeker.
  • Als ze iets kwetsends zeggen, voelen we ons boos of verdrietig.

Onze emoties lijken een logisch gevolg van het gedrag van de ander. Maar is dat wel echt zo?

De verslaving aan bevestiging

Wat hier eigenlijk gebeurt, is een subtiele verslaving waar bijna niemand zich bewust van is: de afhankelijkheid van onze partner voor ons zelfbeeld.

We zoeken in de relatie een soort spiegel die ons vertelt dat we goed genoeg zijn, dat we geliefd zijn, dat we ertoe doen — en die onze angsten dempt. Zolang onze partner ons die bevestiging geeft, voelen we ons goed. Dan kan het ego ontspannen. Maar zodra dat wegvalt, spant het ego zich weer aan en ervaren we allerlei emoties die we liever niet voelen. En wat doen we dan? We wijzen naar de ander:

“Door jou voel ik me zo!”

Onze gevoelens lijken dan op knoppen waarop de partner kan drukken, met voorspelbare reacties als gevolg. Dat is natuurlijk een illusie. Wat er écht gebeurt, is dat een oud gevoel in onszelf wordt aangeraakt.

“Oud gevoel?” hoor ik je denken. Ja.

Ik bedoel daarmee een dieper, onbewust geloof — emoties die we in onze jeugd hebben opgedaan en die nog steeds bepalen hoe we vandaag in relaties reageren. Het zijn vaak gevoelens van afwijzing, onzekerheid of ‘niet goed genoeg zijn’.

Die nemen we — zonder het te beseffen — mee onze volwassen relaties in.

Voorbeelden

Als je als kind niet altijd bevestiging kreeg dat je goed genoeg was, kun je nu extreem gevoelig zijn voor afstandelijk gedrag van je partner. Niet omdat die iets verkeerd doet, maar omdat het een oude angst raakt: “Zie je wel, ik ben het niet waard.”

Of als je ouders liefde koppelden aan prestaties, voel je je snel onzeker als je partner niet enthousiast reageert op wat je doet. Dat raakt aan een oud geloof: “Ik moet iets presteren om liefde te verdienen.”

En als je als kind vaak bekritiseerd werd, kan een simpele opmerking van je partner je enorm raken — zelfs als die niet negatief bedoeld was. De pijn die dan opkomt gaat niet over die opmerking, maar over de oude wond: “Ik ben niet goed genoeg zoals ik ben.”

Wanneer we dus zeggen: “Jij laat me zo voelen!”, drukt onze partner onbewust op een knop die verbonden is met die oude gevoelens. De emotie die we ervaren lijkt dan het gevolg van hun gedrag, terwijl het in feite een weerspiegeling is van iets dat al in ons leefde.

Zodra we dat zien, kunnen we stoppen met de ander de schuld te geven en in plaats daarvan nieuwsgierig worden naar onszelf. Maar de meeste mensen doen precies het tegenovergestelde: ze vermijden deze pijnlijke gevoelens door afleiding, prestaties, goedkeuring van anderen — of in dit geval: de liefde van hun partner.

Die weerstand houdt het probleem juist in stand.

De illusie van oorzaak en gevolg

Het idee dat onze partner verantwoordelijk is voor onze emoties, is net zo misleidend als denken dat een spiegel verantwoordelijk is voor je reflectie.

“Maar de spiegel zorgt daar toch ook voor?” — een begrijpelijke gedachte.

Een spiegel toont inderdaad jouw reflectie, maar veroorzaakt die niet. De spiegel verandert niets aan hoe je eruitziet. Hij laat alleen zien wat er al is.

Op dezelfde manier is je partner niet de oorzaak van je emoties, maar de spiegel die toont wat er in jou leeft.

Als je je bijvoorbeeld onzeker voelt omdat je partner minder aandacht aan je besteedt, lijkt het alsof die onzekerheid door hen wordt veroorzaakt. In werkelijkheid was dat gevoel er al — je partner raakt het alleen aan.

Als je blij bent met wat je in de spiegel ziet, geef je de spiegel daar geen eer voor, toch? Maar als je iets ziet wat je níét mooi vindt, geef je de spiegel vaak wel de schuld — of in dit geval, je partner.

De echte oplossing ligt dus niet in het veranderen van de spiegel, want dat lost niets op. De echte oplossing ligt in onderzoeken waarom die weerspiegeling je raakt.

Het verschil zit in veroorzaken versus weerspiegelen.

Je partner laat iets in jou zien, maar is niet de bron ervan. Dat betekent ook dat, als je wilt veranderen hoe je je voelt, het weinig zin heeft om de spiegel (je partner) aan te passen.

Je zult naar binnen moeten kijken.

Mensen die dat niet begrijpen blijven tegen de spiegel roepen:

“Waarom laat je me er zo slecht uitzien?!”

De weg naar vrijheid in relaties

Elke keer dat je je gekwetst voelt door je partner, stel jezelf dan deze vraag:

“Wat raakt dit in mij dat er al was?”

In plaats van de ander te willen veranderen, kunnen we zulke momenten gebruiken als kans om onze eigen hechtingspatronen, angsten en onzichtbare pijn te doorzien.

Hoe minder we onze partner verantwoordelijk maken voor onze emoties, hoe vrijer we worden in de relatie. En hoe vrijer we zijn, hoe meer liefde er overblijft.

Dus de volgende keer dat je jezelf hoort denken:

“Jij maakt me zo voelen!”

Wees nieuwsgierig.
Kijk naar binnen.

En ontdek hoe je jezelf kunt bevrijden van deze illusie.