Stel je voor dat een vrouw thuiskomt, duidelijk geïrriteerd. Niet omdat iemand haar iets heeft aangedaan. Niet omdat er een ramp is gebeurd. Maar omdat ze de hele dag binnen heeft gezeten terwijl het buiten prachtig weer was. En dat uit ze ook.
“Ik word er gewoon chagrijnig van. De hele dag binnen gezeten terwijl het buiten zó mooi was. Iedereen liep in het zonnetje, en ik zat vast tussen vier muren.”
Haar partner heeft hetzelfde meegemaakt. Ook binnen gezeten, ook niet in staat om van de zon te genieten. Alleen zit hij nog half in de werkmodus, zij in de “Ik-heb-de-zon-nodig-en-had-hem-niet”-modus.
Wat doet hij? Precies wat veel mensen doen: hij probeert haar gevoelens weg te praten. “Het is zoals het is, schat.” Je kunt het weer niet veranderen. Morgen wordt het weer zonnig, maak je niet druk.”
Klinkt vriendelijk. Hij bedoelt het goed, want rationeel gezien klopt wat hij zegt: je kunt het weer niet veranderen, en morgen schijnt de zon weer. Maar wat hij eigenlijk doet, is het gevoel corrigeren in plaats van erkennen. Dus wat hij eigenlijk zegt, is: “Ik wil dat je je nu anders voelt omdat je gevoelens me ongemakkelijk maken.”
En dat is precies waar ik op wil inspelen: de reflex om het ongemak van de ander op te lossen komt vaak voort uit het ongemak in jezelf.
Je zou kunnen zeggen: “Ja, dat is inderdaad balen, lieverd, om zo’n mooie dag te missen.” En dan niets meer. Laat dat gevoel er gewoon zijn, zonder het te willen veranderen.
In plaats van het te fixen, kun je ook gewoon aanwezig zijn.
Het ego wil controle, ook over hoe de ander zich voelt. Maar liefde – echte liefde – laat dat los. Het zegt: “Oké, je voelt je nu rot. En dat is prima.” Zonder oordeel. Zonder oplossing. Gewoon zijn. Stilte. Ruimte.
En ironisch genoeg helpt dat vaak meer dan welk advies dan ook.
Misschien denk je, “Waarom maakt hem dat ongemakkelijk?”
Omdat haar emotie iets in hemzelf raakt, namelijk zijn eigen onverwerkte onrust. De meeste mensen zijn onbewust verslaafd aan bevestiging: ze willen gezien worden als ‘goed’, ‘lief’, ‘sterk’, ‘in control’. Wanneer de vrouw haar irritatie uit, ervaart hij dat onbewust als een bedreiging van zijn zelfbeeld. Haar onvrede voelt voor hem als een impliciete afwijzing: “ik doe het niet goed genoeg,” of “zij is niet blij, dus ik schiet tekort.”
Dat ongemak komt dus niet door haar gevoel, maar door zijn identificatie met het idee dat hij verantwoordelijk is voor haar stemming. In plaats van bij die spanning te blijven (die lichte pijn van machteloosheid) wil hij die snel laten verdwijnen. En de makkelijkste manier om dat te doen is haar gevoel ‘weg te praten’.
Het ego verdraagt geen emotie die het niet kan controleren. Dus zodra haar gevoel verschijnt, grijpt hij naar logica om zijn eigen ongemak te sussen. Terwijl echte liefde juist begint bij het toelaten van die machteloosheid. Uiteindelijk draait het daar steeds op uit.
Echte verbinding ontstaat niet door elkaar beter te maken, maar door elkaar helemaal te laten zijn, ook als dat even schuurt.